De Culturista dropt soms wat teksten op papier. Aan een stuk door schrijft ze over iets waar ze het over wilt hebben. Over vreemde gesprekken of belachelijke gebeurtenissen. Over feest, het leven, het nieuws of iets alledaags. Creatieve teksten, teksten die in een dagboek hadden kunnen staan, columns of zomaar wat zwarte letters op een wit oppervlak.
De Brug.
Daar sta je. Langzaam dalen de slagbomen, terwijl luid gerinkel je oor in tettert.
Om je heen verzamelen steeds meer mensen. Er ontstaat een groep en op de een of andere manier voelt het alsof je samen één team vormt.
Je wacht. Kijkt strak voor je uit. Het luide gerinkel blijft als een soort slechte technobeat om je heen klinken. Ondertussen knippert het rode stoplicht voor je streng. Samen met die groep sta je daar. Het lijkt alsof er een spanningsboog zich steeds verder opbouwt, tot een aankomend hoogtepunt. ‘Wanneer is de drop?’ vraag je je af.
Zacht gebonk. Als in slow motion gaat de brug open en kijk je met je team hoe het grote mechanisme zich omhoog trekt. Als ‘ie dan eindelijk helemaal recht omhoog staat, kijk je met z’n allen naar links en ziet dat er een klein lullig bootje als een soort ballerina in de schijnwerpers langs jullie heen paradeert. Dan is er slechts één gedachte die plaatsmaakt in alle hoofden van de mensen achter de slagbomen: ‘moest daar die brug voor open?’
Het aanstellerige bootje flaneert weer verder, om de parade voort te zetten bij de volgende brug.
Je staat er nog steeds. Samen met al die andere wachtenden, waar je nu toch echt een soort teamspirit bij voelt. De beweging van de brug zet weer in en langzaam gaat het naar beneden. Dan zie je het ineens.
Daar. Aan de andere kant. Een andere groep. Een ander team wachtenden helemaal aan de andere kant van de brug. Je kijkt recht voor je uit. Net als alle andere mensen die om je heen zijn verzameld. Vanuit elke kant van de brug kijken de twee groepen tegenstanders elkaar aan. Klaar voor de start.
De brug wiebelt nog een beetje. Een bons. De twee uiteindes zitten aan elkaar vast en de weg is weer vrij. Als een startsein gaan de slagbomen weer open, terwijl het opzwepende gerinkel nog even doorklinkt. De knipperlichten dempen. Daar gaan we.
Snel stappen we de brug op. De één met kinderwagen. De ander met mobieltje en oordopjes, tot alles in staat. We vermengen ons. Recht op de overkant af. De twee teams komen in het midden van de brug bij elkaar.
En we gaan gewoon verder. Rechtdoor. Lopen langs elkaar heen. Vermengen ons. Alsof er niets aan de hand is.
Terwijl we toch net met z’n allen een brug zijn overgestoken.
Haha geen openstaande brug zal meer hetzelfde zijn! Dank Nina!
Graag gedaan! Goed dat ik dan bij deze je toekomstige kijk tegenover openstaande bruggen heb beïnvloed 😀